In de meeste gevallen worden nieuwe planten door bloemkwekers geproduceerd door een jonge struik in de winkel te kopen, terwijl velen een bloeiende plant proberen te kiezen, omdat je alle schoonheid en kenmerken van de variëteit kunt zien. Dit geldt in het bijzonder voor sierbloeiende planten, in het bijzonder Kalanchoë, die een verscheidenheid aan bloeiwijzen hebben.
In dit geval is er vaak een situatie waarbij de Kalanchoë, bloeiend tijdens de aankoop, het volgende seizoen weigert om het thuis te doen. Uiterlijk is de plant absoluut gezond, groeit actief een helm, maar legt geen bloemknoppen.
Om de Kalanchoë te laten bloeien, moet je er de juiste voorwaarden voor scheppen:
- verlichting;
- temperatuurregeling;
- drenken.
Lichte dag en temperatuur
De bloem houdt van goede verlichting, dus de noordelijke vensterbank is duidelijk niet voor hem. In de zomer is het raadzaam om de pot op straat te zetten of op het balkon te zetten.
Bloemknoppen bij Kalanchoë worden alleen gelegd bij lage temperaturen en korte daglichturen. In de herfst is het goed om de pot op straat te houden tot de eerste nachtvorst. De Kalanchoë hebben dus omstandigheden die zo dicht mogelijk bij het natuurlijke liggen.
In de winter moet er een bloempot bij het vensterglas worden geplaatst, waar de temperatuur meestal lager is.
Voor de vorming van knoppen moet de ideale nacht 12-14 uur zijn. Indien mogelijk moet de Kalanchoë in een ruimte worden geplaatst waar de verlichting natuurlijk is: de zon schijnt overdag en ‘s avonds gaat het licht niet vaak aan. Als dit niet mogelijk is, kan de bloem elke avond bedekt worden met een donker pakket dat geen licht doorlaat. Verwijder ‘s morgens de shelter.
Frequentie van drenken
Omdat de Kalanchoë een succulent is, is het in staat om vocht te verzamelen in zijn bladeren en stengels. Om deze reden tolereert de plant geen overvloedig en frequent water geven, en stilstaand vocht in de pot of pan kan rampzalig voor hem zijn.
De bloem water geven is alleen nodig nadat het coma van de aarde volledig is opgedroogd.
Nadat de Kalanchoë bloeit, wordt het aanbevolen om de scheuten een beetje in te korten, zodat de struik vertakt en een mooie vorm heeft. De resulterende stekken kunnen worden gebruikt voor reproductie. Bloemen, die vervaagd zijn, moeten ook met een schaar worden geknipt, omdat ze alleen maar opdrogen, maar niet vallen.